Kort samengevat: totaal overroepen.
Ik ga ook niet beweren dat het bar- en barslecht is, maar de hype is totaal misplaats. Zelf in zijn genre, page-turners, is het geen hoogvlieger. Al klassieke ingrediĆ«nten zitten er ook in, beetje who-dunnit (in het eerste boek dan toch), een succesvol hoofdpersonages, wat romances, verschillende verhaallijnen (met snelle omschakelingen)… the usual suspects.
Het enige dat er wat uitspringt: de dikte van de boeken, en het a-typsiche hoofdpersonage van Lisbeth Salander – niet mooi & succesvol, maar eerder autistisch.
En dan zijn we meteen ook aan de ongeloofwaardigheid belandt: niet alleen dat ze toevallig een super-superhacker is en letterlijk met een zakcomputer ongeveer in om het even welke computer of netwerk kan inbreken, zonder enige normale scholing spreekt ze ook verschillende talen – met de nodige buitenlandse accenten waar nodig. Bovendien overleeft ze zonder veel problemen begraven te worden met een kogel in haar hersenen – ze houdt er zelfs niks aan over. Niet de enige keer dat het totaal ongeloofwaardig wordt (maar de schrijver lijkt zich in een situatie te hebben geduwd waar hij een deus ex machina nodig heeft): op het einde van het eerste boek gaat ze plotseling met vermommingen aan de slag, reist naar het buitenland, laat zich door vreemdelingen bepotelen, om de antagonist via een bank hold-up de afgrond in te duwen. Maar bon, ze moet voldoende cash hebben voor de rest van het verhaal…
En als dat nog niet genoeg is, hebben we nog: een overgelopen Russische superspion, een uitzonderlijk sterke slechterik, die dan ook nog eens ongevoelig is voor pijn, een geheime dienst binnen de geheime dienst, corrupte advocaten, perslekkende gefrustreerde agenten – als tegenpartij. De protagonisten zijn succesvol, mooi, en rijk.
Geeuw.
Bovendien is de vertaling ook nog eens erg Hollands en gewoon slecht: als Blomkvist ergens in een godverlaten plattelandsdorp de tijd moet doden, gaat hij een brood bal eten. Jemig!
Om het nog eens over het genre te hebben: er zitten ook technische fouten in. Het is gebruikelijk voor page turners om erg kort hoofdstukken te hebben, om snel van verhaallijn naar verhaallijn te kunnen springen. Larsson doet dit niet, laat zijn hoofdstukken lang. Maar daardoor verspringt het vertelstandpunt van de ene paragraaf naar de andere paragraaf van personage. Dat is geen literatuur meer, maar het niveau van een stationsroman.
Al bij al vind ik dan pakweg de Da Vinci Code of Angels & Demons beter. Ook alle cliches van het genre, ook vergezocht, maar nog meer vaart, en je leert af en toe nog eens iets bij.
Wil je een spannend en goed boek, lees dan pakweg Verborgen geschiedenis (D. Tart) of het Goud van de Waarheid (I. Pearce).
(originally posted: 21-10-2010 19:47)