Het wandelweekend rond Colmar was een succes: stuk of 45 km in drie dagen, goed weer… Meer moet dat niet zijn. Maar de ochtend van de abdijenloop voel ik wel nog een (klein) beetje verzuring in beide kuiten, en ik twijfel of het wel een goed idee is om mee te lopen. Ik ben dan wel ingeschreven, maar ik heb er niet echt een doel van gemaakt, of hard voor getraind. En op collega Nils na, weet ongeveer niemand dat ik meeloop.
Twijfel, twijfel, maar ik besluit toch maar mijn startnummer te halen, ik kan dan nog steeds terug. Aangezien de start vlakbij is, fiets ik om mijn gemak naar de startplaats. Eigenlijk is het schitterend loopweer: niet te warm maar wel zon, droog. Ik heb eigenlijk wel goesting. Ik zie in het bos wel dat er nog serieuse plassen liggen, en dus besluit ik toch mijn nieuwe Inov-8 F-Lite 195 (278g per schoen!) schoenen aan te doen. Wat totaal afgeraden is: ik heb ze de dag ervoor pas ontvangen (was eerst verkeerde maat), en ze zijn dus nog totaal niet ingelopen.
Maar: met mijn oude schoenen heb ik vaak last van mijn knie. Geen idee of dat aan de schoenen ligt of louter is omdat dat de enige schoenen zijn waarmee ik in het bos ga lopen. En mijn andere Inov-8’s zijn echte ‘road’ schoenen: zo goed als geen profiel. Aangezien ik redelijk wat modder ben tegengekomen bij het afhalen van mijn startnummer, heb ik schrik dat ik er mee zal uitschuiven (uiteindelijk bleek dat niet echt nodig: parcours lag er zeer goed beloopbaar bij).
Soit. Dus toch lopen. Als ik terug aan het vertrekpunt kom, is het uiteraard een drukte van jewelste. Ik ben ruim op tijd, dus ga op mijn gemak nog wat op het gras liggen (beetje tot rust komen, want hartslag voor wedstrijd gaat altijd erg de hoogte in. Op mijn gemak nog een banaan, een halve liter water, en nog een plasje doen… Als ik in het startvak ga staan, blijk ik naast Nils te staan, die dus toch naar de stille Kempen is afgezakt. Nog wel zo leuk om een praatje te doen, want het startuur wordt een kwartier opgeschoven: door het drukke verkeer raken de bussen met de lopers die aan de aankomst zijn geparkeerd niet op tijd an de start.
Uiteindelijke start, en er wordt ontzettend hard vertrokken. Ik moet mij inhouden niet te snel te starten, maar raak wel onmiddellijk Nils kwijt. Extra opletten geblazen bij deze start, want na een paar honderd meter is er al de heuvel van de Abdij van Averbode zelf te beklimmen, een stevige helling – dus opletten om niet op te blazen. Maar ik zet mij achter een paar lopers van vmol.be (niet de eerste keer), die een tempo van 5’30” of iets in de buurt lopen, min of meer mijn doeltempo. Maar ik bedenk wel: de eerste keer dat ik met deze schoenen loop, dus geen idee hoe juist mijn afstandsmeting is… Terug aan de voet van de helling komt Nils mij terug voorbij – zo heel erg ver was ik niet van hem weggelopen, maar ieder zijn tempo, dus goed van hem om niet zomaar proberen het gat te dichten. Ik laat hem op mijn beurt direct gaan, maar zie hem nog lange tijd voor mij lopen. De eerste kilometers gaan prima: ik was niet van plan alles te geven, en blijf lopen aan een hartslag van rond de 160 – een hartslag waarvan ik gerust kan zijn dat ik het een poosje volhou.
Aan de kilometer aanduidingen blijkt dat mijn vrees van calibratie gegrond is: mijn horloge geeft een veel kleinere afstand aan dan werkelijkheid. Of anders gezegd: ik loop een pak sneller dan die 5’30″/5’40”. Maar zolang die hartslag goed zit: geen probleem. Petra (een mama van een kindje in de klas van Helena, en ook in de ouderraad) loopt mij ook voorbij. Ze probeert wel een praatje te maken, maar ik versta er vrij weinig van. Al heb ik de indruk dat ik nog een stuk vlotter kan praten dan zij 🙂 Maar ik laat ook haar vrij snel gaan – al zie ik ze ook, net als Nils, maar geleidelijk van mij weglopen.
Vanaf km 9 begin ik echter wel mijn kuiten serieus te voelen, verzuring speelt op. Eerst valt het nog mee (10 km in een dikke 52 min), maar vanaf km 11 doet het echt pijn. En dat wordt alsmaar erger, de laatste paar kilometers worden echt doorbijten – ik kan mijn snelheid onmogelijk nog vasthouden:
(X as is per 400m, gecorrigeerd voor effectieve afstand). Tegen dat ik de finish bereik, heb ik de indruk dat zowat de helft van het deelnemersveld mij is voorbijgelopen. Maar uiteindelijk finish ik in 1u28’42”, dus nog binnen het anderhalf uur. Vooraf had ik daar voor getekend – en dat met die complete verzuring/niet-specifieke voorbereiding. Ik moet die tijd dus nog serieus kunnen verbeteren, 1h22′ moet haalbaar zijn, wie weet zelfs 1h20′ – als ik een goeie dag heb.
Al is het wel compleet strompelen nu: als het lopen al pijn deed, is het stappen nog erger. Met de bus terug, en als ik op de fiets zit wordt het pas echt erg: de ene kramp na de andere…
Dus volgende keer: als ik ‘s ochtends nog verzuurd ben, beter laten varen. Het zou uiteindelijk bijna twee weken duren voor ik terug een beetje pijnvrij kan trainen. Volgende doel: the Classic. Maar daar schrijf ik me beter nog niet voor in, om een gelijkaardig scenario te voorkomen. De wedstrijd is op maandag (avond), en het weekend daarvoor staat ook een serieuze inspanning op het menu. Minder kans op verzuring, wel op vermoeidheid. Maar als ik goed kan trainen daarvoor, en de vermoeidheid meevalt… Toch al inschrijven, en zien wat het wordt? Al ben ik vrij ambitieus (allez, voor mijn kunnen): ik wil absoluut onder de 50’ duiken op die 10km…
(Originally posted: 31-05-2012 06:27)